BP36 1986 | Cecco Angliolieri: ZEVENTIEN SONNETTEN UIT HET DUECENTO Vert. door Frans van Dooren |
hoogdruk | Garamont (sic) 10 pts zwart |
27 blz | Hollands vergé Van Gelder 120 grs 26,9×16 +wm onafgesneden ing 5 katernen |
omslag | geelbruin mi-teintes canson 130 grs belettering en vignet in Russisch groen gepl |
18 teksten | (Proza) inleiding * Becchina heeft in mij zó weinig zin * Mijn hart bonst fel en ik voel aan den lijve * Geen sterveling is op zijn legerstede * Was mijn Becchina hard als diamant * Als ik van al mijn pijn het kleinste part * Van Judas afgezien heeft er nog nooit * Wanneer je op aarde kaal bent als de neten * Wanneer je geld en goed ontberen moet, * Van alle dingen voel ik mij overvloeien * Och, moge niemand ooit de ramp bedreigen * Meteen als ik mijn geldbezit verklein, * Elk plan dat ik bedenk wordt weer ontkracht * Vader, Becchina, Amor en mijn moeder * Was ik het vuur, ik stak de aarde aan, * Als ik maar één dag meer zou mogen leven * Ik denk dat het me eerder nog zou lukken * Je hebt geen sodemieter aan verstand (Index) |
bijz | prozapagina’s Arabisch genummerd 1 – 4 # Italiaanse originelen niet afgedrukt maar de titels wel |
in de index opgesomd # +col | |
oplage | 144 Arabisch genummerde ex |